Flexibele contracten aan banden
Nederland is koploper in flexwerken. Eén op de vijf Nederlanders werkt met een flexibele arbeidsovereenkomst, zoals een oproepcontract, een tijdelijk- of een uitzendcontract. Allemaal arbeidsovereenkomsten die werkenden een onzekere uitgangspositie op de arbeidsmarkt geven. Je weet immers nooit of je verzekert bent van werk en dus een inkomen. Daar komt nu een eind aan.
Basiscontract in plaats van oproepcontract
Oproepcontracten worden vervangen door een basiscontract met een minimum aantal uren per kwartaal. Dit verzekert de werknemer van een voorspelbaar loon en werkrooster. Ook is het zo dat de werknemer een begrenst aantal uren beschikbaar hoeft te zijn, op vooraf bepaalde dagen. Daardoor wordt het voor de werknemer in kwestie eenvoudiger om ander werk te doen.
Streep door draaideurconstructies
Nu is het wettelijk zo geregeld dat, na een reeks van tijdelijke contracten, een vast contract moet worden aangeboden. Dit kan worden omzeild door gebruik te maken van een tussenpoos van meer dan 6 maanden, want dan begint de telling weer opnieuw. Dit heet een draaideurconstructie. Het kabinet neemt het advies van de SER over en schaft de tussenpoos van 6 maanden af. Dit heeft tot gevolg dat de werkgever de werknemer eerder een vast contact moet aanbieden. Dit geldt niet voor seizoenswerk, studenten en scholieren, waarvoor de tussenpoos wel blijft bestaan.