Eindbod CAO Openbaar Vervoer en RVU regeling

Het eindbod zoals werkgevers dat ons hebben voorgelegd, is als bijlage toegevoegd, maar we zullen de hoofdlijnen hieronder weergeven.

Cao

• Looptijd: van 1 juli 2021 tot en met 31 december 2022.
• Loonbod: Werknemers die op 1 juli 2021 én tevens op 31 december 2021 in dienst waren ontvangen een eenmalige bruto-uitkering van € 400,- ; werknemers die na 1 juli 2021 in dienst zijn getreden ontvangen deze naar rato. Uitbetaling zal eind maart 2022 plaatsvinden.
  Parttimers ontvangen deze uitkering naar rato.
• Werknemers die op 1 januari 2022 in dienst waren ontvangen een eenmalige bruto-uitkering van € 800,-, naar rato van de duur van hun dienstverband in de periode van 1 januari 2022 tot 1 juli 2022. Uitbetaling in maart 2022. Parttimers ontvangen deze naar rato.
• Per 1 juli 2022 worden de cao-lonen (salarisschalen) verhoogd met 2,8  %.

RVU-OV regeling

Er wordt al geruime tijd onderhandeld over een ‘eerder stoppen met werken-regeling’ de zogenaamde RVU-OV regeling. Werkgevers hebben in hun eindbod twee varianten geboden aan de vakbonden.

Variant 1

:

• Er wordt door werkgevers en werknemers een RVU-OV regeling tot stand gebracht die het mogelijk maakt om maximaal twee jaar voor het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd te stoppen met werken. Daarbij gelden de volgende uitgangspunten:
• Werknemers kunnen maximaal 2 jaar voor de AOW-gerechtigde leeftijd stoppen met werken en ontvangen dan een bedrag van €22.164 per jaar.
• Deze regeling wordt gefinancierd uit 1) de per 1 januari 2022 vrijvallende 2,1% SVUOV-premie, 2) Vitaliteitsfonds en 3) de vrijvallende premie voor een geoormerkte groep ABP’ers (2,25%).
• De regeling is op vrijwillige basis voor de werknemers die direct voorafgaand aan gebruik making van de regeling 10 jaar in dienst waren van een ov bedrijf en onder de cao OV vielen.  
• De regeling is van toepassing zolang de RVU-vrijstellingsregeling in de huidige vorm geldt.  Mocht deze verlengd worden, dan zal ook deze regeling ongewijzigd verlengd worden.
• Afhandeling van deze regeling geschiedt via de individuele werkgever.

Op medewerkers met een parttime dienstverband is de RVU-regeling en het daaruit voortvloeiende vrijstellingsbedrag naar rato van toepassing; uitgangspunt is het dienstverband dat van toepassing is op het moment dat  de medewerker de aanvraag voor deelname aan de regeling indient.

Variant 2

Indien vakorganisaties niet kiezen voor bovenstaande variant, dan wordt een RVU regeling mogelijk gemaakt om maximaal één jaar voor het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd te stoppen met werken, waarbij dezelfde voorwaarden van toepassing zijn als hierboven. Het verschil met de twee-jarige variant is dat bij de éénjarige variant er voor de financiering geen gebruik wordt gemaakt van het Vitaliteitsfonds.

Generatiepact

In het kader van gesprekken  over de cao ingaande vanaf 1 januari 2023 zal het generatiepact (60-80-100 regeling) nadrukkelijk een onderwerp van gesprek zijn. De financiering daarvan moet echter nog wel geregeld worden. Mocht er nog geld over zijn van de financiering van de RVU regeling dan kan dat ook voor een Generatie Pact regeling worden ingezet.
De  62+ zou 1 januari 2023 worden verhoogd naar 63 jaar. De werkgevers stellen voor deze met 1 jaar te bevriezen. Met andere woorden deze wordt dan per 1 januari 2024 worden verhoogd naar 63 jaar.

Werkklimaat

Sociale partners zullen werken aan een plan ter verbetering van het werkklimaat, verhoogde efficiency en grotere wendbaarheid van personeel en concessies. Sociale partners spreken af dat direct na de totstandkoming van deze cao het inhoudelijke debat aangaande werkklimaat en productiviteit zal aanvangen, ingeleid door een medio maart 2022 te organiseren startconferentie ter voorbereiding van de cao ingaande 2023.

Voor de definitieve tekst van het eindbod verwijzen we nogmaals naar de bijlage.

Hoe verder?

Uiteraard gaan we dit eindbod aan jullie voorleggen. Op woensdag 9 februari bespreken wij het eindbod met de cao-commissie. Hier wordt bepaald welke variant van de RVU-regeling onze voorkeur heeft en daarnaast wordt ook bepaald welke “kleur” wij aan het eindbod geven en hoe wij dit eindbod aan jullie voorleggen. Vinden we het goed? Vinden we slecht of zijn we neutraal.

Met vriendelijke groet

Hanane Chikhi                              -             vakgroepbestuurder
Evert Jan van de Mheen               -             vakgroepbestuurder

Downloads