Vakbonden willen nietigverklaring cao-akkoord LBV met uitzendkoepels

De vakbonden FNV, CNV Vakmensen en De Unie willen een nietigverklaring van het cao-akkoord tussen LBV en de uitzendkoepels ABU en NBBU. Het akkoord kwam tot stand nadat de drie andere vakbonden dinsdag uit het overleg voor een nieuwe cao voor de uitzendbranche waren gestapt. De cao loopt af op 1 juni 2021.
De bonden hebben vandaag een brief aan het ministerie van SZW (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) gestuurd. De bonden verzoeken het ministerie om de melding van dit cao-akkoord niet in behandeling te nemen, zodat het akkoord niet door kan gaan. De bonden hebben vandaag ook een sommatie aan de ABU en NBBU gestuurd waarin ze de nietigheid van de afspraken met de LBV inroepen.

Rechtsgeldigheid betwist

Karin Heynsdijk, bestuurder FNV Flex: ‘De LBV is geen onafhankelijke vakbond. Alleen onafhankelijke vakbonden zijn bevoegd om een cao af te sluiten. Wat ons betreft is een cao met een gele bond als vertegenwoordiging van de werknemers niet rechtsgeldig.’

Deur dicht

De bonden vinden het kwalijk dat er binnen 24 uur na het afbreken van de onderhandelingen een akkoord is gesloten. Gerard van der Lit, bestuurder De Unie: ‘Het afbreken van onderhandelingen is geen doel op zich. Het is een stap om tot betere cao-voorwaarden voor de werknemers te komen. Die deur zit nu dicht doordat een gele bond vrijwel direct daarna een akkoord heeft gesloten.’

Uit onderhandeld

De onderhandelingen over een nieuwe cao verliepen al een tijd moeizaam. Dinsdag besloten de FNV, CNV Vakmensen en De Unie uit het overleg te stappen.  Marten Jukema, bestuurder CNV Vakmensen: ‘De voorstellen van de uitzendkoepels waren zo minimaal en vooral in het voordeel van de uitzendbureaus. Geen extra zekerheid over werk en inkomen voor de uitzendkrachten, maar wel meer flexibiliteit voor de uitzendbureaus en de bedrijven waar de uitzendkrachten werken.’