CNV en FNV teleurgesteld

Rechtbank Amsterdam doet onbegrijpelijke uitspraak in zaak Temper

De rechtbank Amsterdam deed vandaag uitspraak in de zaak Temper en oordeelde dat het bedrijf geen uitzendbureau (meer) is. ‘Een onbegrijpelijke uitspraak, die in strijd is met andere  jurisprudentie van de afgelopen jaren in andere platformzaken. We kunnen niet anders dan in hoger beroep gaan’, aldus FNV en CNV.

Al in de herfst van 2020  hebben de vakbonden Temper gedagvaard omdat zij vinden dat Temper een uitzendbureau is en daarmee de cao voor uitzendkrachten moet toepassen op de mensen die via Temper aan het werk zijn. Receptionisten, obers, logistiek medewerkers, winkelbedienden zijn immers geen zelfstandigen maar werknemers. In de tussentijd concludeerde de Arbeidsinspectie dat Temper een uitzendbureau is. En dat de mensen die voor haar werken geen zzp’ers zijn maar werknemers.

Zakaria Boufangacha: ‘Dit oordeel van de rechter staat haaks op alle jurisprudentie van de afgelopen jaren in alle andere platformzaken. Ook is het in strijd met het oordeel van de arbeidsinspectie in 2021. En met het advies vorige week van de Advocaat Generaal aan de Hoge Raad in de zaak Helpling. Het is zelfs in strijd met de aanstaande wetgeving.’

Piet Fortuin, voorzitter CNV: ‘Temper morrelt aan de fundamenten van de arbeidsmarkt. Het wordt echt tijd dat de politiek, belastingdienst en inleners hier paal en perk aanstellen. Want dit soort constructies zijn niet goed voor de medewerkers én niet goed voor de arbeidsmarkt en de samenleving als geheel.’

Boufangacha: ‘Onlangs oordeelde de arbeidsinspectie in haar rapport over YoungOnes , dat dit bedrijf een uitzendbureau is. En dit bedrijf hanteert exact dezelfde werkwijze als Temper. Daarom onbegrijpelijk dat de rechter anders oordeelt dan de arbeidsinspectie. Daarom gaan we in hoger beroep.’

‘Noodzakelijk is dat het handhavingsmoratorium daadwerkelijk per 1 jan 2025 wordt opgeheven en dat brutale bedrijven die welbewust schijnzzp’ers bemiddelen of inzetten, aangepakt worden.'